‘Wat er uit een recept komt, klopt. Een identiteit werkt niet zo’
16 mei 2025
Hoe breng je eten en literatuur samen? In het project ‘Tussen hummus en vlaai’ onderzoekt Hanan Faour de iconische gerechten die haar biculturele Libanees-Limburgse achtergrond weerspiegelen. Ze vroeg subsidie aan via de regeling Makers buiten het boek van het Letterenfonds. Wat volgde was een grensoverstijgend, multimediaal onderzoek met beeld, audio, performances en een hummusbot.

Hanan presenteerde de resultaten van het project op drie momenten in Nijmegen en Arnhem: een kick-off, een tussentijdse presentatie en een eindwerk op het Wintertuinfestival. Elk moment vormde een nieuwe stap in het onderzoek, met persoonlijke performances, proeverijen, beelden en een voordracht. Een deel van het project is te bekijken op de website van Hanan.
Hoe kwam je op het idee voor Tussen hummus en vlaai?
‘Ik ben in mijn werk vaak bezig met afkomst, cultuur en identiteit. Dit keer wilde ik dat onderzoeken via eten. Eten is een belangrijke manifestatie van je cultuur. Mijn verhouding tot eten bepaalt heel erg hoe ik naar mezelf kijk. En daarom wilde ik kenmerkende gerechten onderzoeken om de Libanese identiteit en de Limburgse identiteit die ik heb, verder uit te diepen. Ik deed veldonderzoeken in Libanon en in Limburg, deed veel video-interviews en maakte verschillende iteraties van die twee gerechten.’
Online kun je chatten met de door jou gemaakte Hummusbot, die op basis van je antwoorden een gepersonaliseerd recept geeft. Waar komt dat idee vandaan?
‘De Hummusbot was in eerste instantie een fysiek evenement, waar ik hummus maakte die iemands geliefde representeerde. Ingrediënten koppelde ik aan kenmerken van een relatie. Bijvoorbeeld, als je iemand kort kende gebruikte ik gepureerde kikkererwten uit blik; bij lange relaties erwten die ik zelf één voor één had gepeld, geweekt en gekookt. Milde tahin stond voor stabiliteit, donkere tahin voor onstuimigheid. De rest van de avond op dat festival zag ik mensen rondlopen met hun gepersonaliseerde bakje hummus, heel intiem, alsof het die persoon was. Zo startte het project meteen al met het idee dat je via eten diepe verbintenissen aan kan gaan.’

Dat is je onderzoek naar de hummus. Hoe zit het met de vlaai?
‘Ik liep mee met een traditionele vlaaibakker in Limburg. Hij legde me de oorsprong uit van de vlaai, en vertelde dat de Limburgse vlaai een beschermd gerecht is. Er zijn allemaal voorwaarden aan verbonden – doe je er als bakker bijvoorbeeld slagroom op, dan mag het al geen Limburgse vlaai meer heten. Dat deed me denken aan identiteit, en het kunnen voldoen aan verwachtingen: ben ik wel of niet Limburgs genoeg, wel of niet Libanees genoeg? Vanuit die gedachte ben ik verschillende hybrides gaan maken, tussenvormen van vlaai en hummus.’
Ben je geslaagd in het maken van die hybride?
‘Ik heb verschillende varianten van hybrides getest bij het publiek op het Nieuwe Types festival in Arnhem. Na afloop kwam iemand naar me toe en zei: “het is gelukt, je hebt het gedaan.” Maar voor mij voelde dat nog niet zo. Hierdoor ging ik steeds meer nadenken of die hybride wel de uitkomst zou moeten zijn. Steeds meer ging het mij om de gesprekken, de rituelen, het samen eten. Zo werd het onderzoek veel persoonlijker dan ik in eerste instantie had bedacht. Wat er uit een recept komt, klopt. Het is gelukt. Een identiteit werkt niet zo.’
Hoe heb je je project vervolgd?
‘Tijdens het onderzoek gebeurden er confronterende dingen in de samenleving die het project inslopen. Na de Tweede Kamerverkiezingen werd de vraag of ik wel Limburgs genoeg was, voor mij een veel prominentere vraag dan aan het begin. En Libanon, waar ik naartoe was gegaan om in de stad waar mijn vader is opgegroeid te filmen, werd kort na die reis veel minder bereikbaar. Deze ontwikkelingen kwamen terug in de eindpresentatie. Die werd een reflectie van het hele onderzoek. Het maken van die hybrides, maar ook mijn verhouding tot de identiteiten, gerechten en gebeurtenissen.’
Welke rol speelde literatuur in dit project?
‘Ik heb veel gelezen over eten, en over hoe mensen schrijven over eten. De fysieke ervaring van eten is lastig in tekst te vangen. Das Mag heeft een mooie essaybundel over eten, In de keuken. Daar herkende ik veel in wat ook betrekking heeft op mijn project. Ik heb veel nagedacht en met andere makers gepraat over de teksten die ik heb geschreven. Hoe presenteer je die? Niet op papier, maar digitaal en op het podium. Dat vroeg om een heel andere manifestatie van literatuur.’
Kreeg je begeleiding?
‘Ik heb door de subsidie coaching kunnen krijgen van Emma Lesuis. Een hele goede documentairemaker en schrijver. Op het vlak van film heb ik veel kunnen leren – hoe kun je goed interviewen? Hoe edit je goed? Hoe hou je het narratief duidelijk in een documentaire? Ik ben erg tegen mezelf aangelopen in het proces. Sommige coachingsessies met Emma waren bijna therapiesessies.’

Hoe was het om subsidie aan te vragen?
‘Ik werk veel transmediaal – ik maak veel beelden en hou ook van coderen. Dus deze regeling sprak me meteen al aan. Wat ik lastig vond aan het doen van een aanvraag, is dat ik heel onderzoekend werk. Dus het idee was nog vrij abstract in mijn hoofd. Maar stap voor stap door dat formulier gaan, en proberen concreet te zijn over wat ik wil doen, bracht me artistiek ook verder. Wintertuin, mijn presentatiepartner, heeft ook meegekeken met de aanvraag. Meelezers zijn altijd fijn.’
Bij deze regeling moet je vanaf het begin een presentatiepartner hebben. Hoe heb je die gevonden?
‘Ik heb kritisch gekeken naar wat ik dacht dat mijn project nodig had. Ik wilde met veel verschillende media gaan werken, en wist dat Wintertuin daar ook mee bezig was. In huis hebben ze redacteuren met diverse expertises. Daardoor vond ik het een goede match. Ik heb een korte pitch van mijn idee geschreven met de vraag of zij dat ook interessant vonden. Zo ben ik er eigenlijk snel binnengekomen.’
Hoe kijk je terug op het project?
‘Het was super waardevol. Dat ik met die subsidie de coaching heb kunnen nemen; het reizen binnen Limburg, maar ook vooral het reizen naar Libanon. De beelden uit Libanon, van het huis van mijn opa en oma, en van de omgeving, zijn me heel dierbaar geworden. Ik kon de tijd en ruimte nemen om te doen wat ik echt interessant vond.’
Hanan Faour (Venray, 1998) is schrijver. Ze studeerde af aan Creative Writing ArtEZ en debuteerde in 2022 met de roman schervenstad. Eerder won ze de El Hizjra literatuurprijs. Op dit moment werkt ze aan haar tweede boek.
Meer nieuws
.jpg&w=828&q=75)
In memoriam: Jan Terlouw
Vandaag bereikte ons het bericht dat jeugdboekenschrijver en oud-politicus Jan Terlouw op 93-jarige leeftijd is overleden. Als auteur van de bekroonde boeken en bestsellers Oorlogswinter en Koning van Katoren, was hij een van de belangrijkste stemmen uit de Nederlandse jeugdliteratuur.

De vertaler vertelt: Letterenfonds en Schrijverscentrale slaan handen ineen
Het Nederlands Letterenfonds en de Schrijverscentrale zetten zich allebei actief in voor de zichtbaarheid van de literair vertaler. Het Letterenfonds heeft eind vorig jaar al met de Literaire Uitgevers Groep (LUG) afgesproken dat vertalers bij voorkeur op het omslag worden genoemd. Onder het motto 'De vertaler vertelt' bundelen het Letterenfonds en de Schrijverscentrale de komende jaren hun krachten verder om de vertaler ook actief als ambassadeur voor het boek in te kunnen zetten.

Open oproep: Jan van Eyck Academie 2026
In 2026 is er weer plek voor een schrijver die een half jaar wil werken aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht. De academie is hiervoor op zoek naar schrijvers die (affiniteit hebben met) onderzoeksgericht werken. Schrijvers uit alle genres en met uiteenlopende benaderingen van literatuur kunnen zich voor deze residentie aanmelden tot en met dinsdag 1 juli 2025.

Jaarverslag 2024
Het Nederlands Letterenfonds presenteert vandaag het Jaarverslag 2024. Hierin lees je alles over wat het Letterenfonds doet, nastreeft en mogelijk heeft gemaakt.
Het fonds kijkt terug op een rijk en beweeglijk literair jaar. We zijn trots op de vele mooie initiatieven en literaire projecten die we mogelijk hebben gemaakt en waaraan we hebben bijgedragen.